EÉN GROOT MADURODAM

Eén groot Madurodam

Met veel bombarie komen ze rond de klok van elf in de morgen de treincoupé binnengelopen, nadat ze zojuist zijn ingestapt op station Schiphol Airport. Rolkoffers, rugzakken en het geluid van rammelende flessen. Nieuwsgierig kijk ik vanuit mijn positie achterin de eerste klas tussen twee stoelen door. Het blijken vijf toeristen te zijn. Twee vrouwen en drie mannen met een vet Amerikaans accent. Het gerammel blijkt afkomstig van een 12-pack Heineken bier, welke direct nadat ze op de stoelen zijn neergeploft, wordt aangebroken.

Het lijkt misschien wat onbeleefd, maar ik begin hun gesprekken met interesse te volgen (gezien het gespreksvolume wordt het me zelfs onmogelijk gemaakt om dat niet te doen). Uit hun conversatie blijkt al snel dat vier van de vijf voor het eerst in Nederland zijn en dat de vijfde hier al eerder geweest is of hier zelfs al een tijdje verblijft. Onderweg keuvelen ze maar door en af en toe kijken ze naar buiten en geven ze commentaar, zodra ze iets bijzonders zien. Zoals bij die hoge kantoorflats bij Amsterdam Zuid: “Wauw, kijk naar de architectuur van die gebouwtjes!” en even verderop als we langs de Amsterdam ArenA rijden: “Kijk, een stadion of zoiets!” “Echt? Nee, dat is veel te klein om een stadion te zijn!” ”Ajax, staat erop. Is dat voetbal?”. Ik gniffel eventjes.

Even verderop, waar het gestapelde glas en beton langs het spoor wordt ingewisseld voor weidse landerijen, gaat het verder: “Kijk daar, allemaal koetjes!” en zodra we parallel langs het Amsterdam-Rijnkanaal rijden: “Is dat geen bootje?… Kijk! Daar gaat er nog eentje!”, verwijzend naar een paar mega-binnenvaartschepen die elkaar net passeren. De ervaringsdeskundige krijgt voortdurend allerlei vragen over Nederland voorgeschoteld. “Hoeveel mensen wonen er eigenlijk in Amsterdam?”, waarop hij antwoordt: “Ik denk iets van 700.000? Het is niet zo’n grote stad…” In werkelijkheid zijn het er zo’n 150.000 meer, maar hij zit in ieder geval aardig in de buurt. Een ander uit het gezelschap vraagt: “Hoeveel mensen wonen er dan in heel Nederland?”, waarop de jongeman heel zelfverzekerd antwoordt: “Ergens tussen de 3 en 4 miljoen schat ik. Eigenlijk is Nederland gewoon Amsterdam en een paar dorpjes er omheen”. Hij wijst naar buiten: “Kijk, je ziet alleen maar weilanden, water en hier en daar een klein huisje!”
Ter hoogte van Maarssen klinkt opeens een hoop lawaai als ze de eerste lege bierflesjes verzamelen en verdelen over de metalen prullenbakjes. “Wat een kleine prullenbakken, er passen maar drie flesjes in!” Het tweede groene flesje wordt aangebroken. ”Cheers!”
Vlak voor aankomst in Utrecht loop ik tussen de reisgenoten door en kan ik het niet laten om het gezelschap even kort te begroeten: “Enjoy your little trip!”

Plaats een reactie