Nog nagenietend van mijn behaalde VVRV-examen stond er voor de volgende dag, donderdag 18 augustus, weer een rijdende dienst op het programma. Dit was een mooi ritje met een ICM als Intercity naar Leeuwarden, van daaruit een slagje met een ICM als Sprinter naar Meppel en vervolgens weer met een ICM als Intercity terug naar Utrecht. De dienst verliep vlot en zonder noemenswaardige bijzonderheden. Ook deze keer weer genoten van een mooie rit over o.a. de Veluwe en het Friese landschap.
Op vrijdag 19 augustus had ik een roostervrije dag en voor het eerst sinds lange tijd mocht ik zowel op zaterdag als op zondag komen opdraven. Zaterdag 20 augustus had ik een gewijzigde dienst, beginnend met een VIRM als Intercity naar Maastricht, maar omdat mijn mentor geen wegbekendheid had vanaf Eindhoven bleven we daar 3 uur lang steken terwijl een reservemachinist uit Eindhoven ‘onze’ trein doorreed naar Maastricht. Uit verveling ben ik maar een stukje de stad in gelopen, je loopt daar zo vanuit het station het winkelgebied in. Zodra ‘onze’ trein weer terugkeerde uit Maastricht namen wij deze weer over en reden hem via ‘s-Hertogenbosch en Utrecht helemaal door naar Amsterdam. Van daaruit gingen we met een SGM als Sprinter naar Hoofddorp, waarna we doorreden naar Hoofddorp Opstel om kop te maken. Daarna reden we hetzelfde treinstel als Sprinter via o.a. Schiphol en Amsterdam Centraal door naar Amersfoort, waar onze rit eindigde. Mijn mentor stapte hier af omdat hij in Amersfoort woonde en ik pakte de eerstvolgende Intercity naar Utrecht om te passagieren.
Op zondag had ik een RET-dienst samen met een mentor die ik al eens eerder had gehad tijdens een rijdende dienst en tijdens een andere RET-dienst. We hadden maar een paar klusjes te doen en als gevolg van een technische storing aan alle SLT-viertjes wegens softwareproblemen kwamen ook nog een paar klussen te vervallen. Het bleef dus bij een stelletje splitsen en beide treinstellen vertrekgereed maken.
Nu het theoriegedeelte erop zit ga ik me steeds meer focussen op de details tijdens de rijdende diensten. Dat betekent dat je de trein op de juiste manier moet gereedmaken voor vertrek, dat je nóg beter gaat anticiperen op seinen, rempunten, stopplaatsen langs het perron en af en toe zelfs een beetje EZR (Energie Zuinig Rijden) toepassen door de tractie tijdig uit te schakelen en de trein lekker uit laten rollen naar het eerstvolgende stationnement.
Ik ontdekte dat in het rooster voor de volgende week alleen maar speciale “BLM-diensten” zaten. Dit zijn speciale diensten die alleen de baanvakken bevatten waarop je in de praktijkperiode moet gaan rijden en die je straks ook zelfstandig gaat rijden, aangevuld met RET-diensten. Navraag bij mijn teammanager leerde dat dat betekende dat mijn 40-dagenperiode al gaat beginnen! Tijdens deze praktijkperiode moet je 40 rijdende diensten doen op geselecteerde baanvakken + 10 RET-diensten verrichten. In iedere dienst moeten minimaal 2 trajecten zitten uit de BLM-baanvakken van standplaats Utrecht. Dat zijn 11 baanvakken, te weten:
Utrecht – Leiden v/v
Utrecht – Rotterdam v/v
Utrecht – Den Haag v/v
Utrecht – Baarn v/v
Utrecht – Rhenen v/v
Utrecht – Arnhem v/v
Utrecht – ‘s-Hertogenbosch – Breda v/v
Utrecht – Tiel v/v
Utrecht – Utrecht Maliebaan (spoorwegmuseum) v/v
Utrecht – Breukelen v/v
Gouda – Alphen aan den Rijn v/v
Ik heb hiervoor een nieuw praktijkboek gekregen waarin deze diensten kunnen worden afgetekend en waar ook opdrachten in staan die je tijdens deze diensten moet uitvoeren. Tijdens de praktijkperiode krijg ik daarnaast ook nog materieelmodules, waarbij je per treinsoort op 2 achtereenvolgende dagen instructie krijgt. Deze beginnen eind september en de laatste heb ik geloof ik ergens in december.
Op maandag 22 augustus was er nog een trainingsdag Veiligheidscommunicatie in Amersfoort, een goede voorbereiding op het examen volgende week. Het was goed om e.e.a. nog even te oefenen en te horen waar je tijdens het examen goed op moet letten, zoals goed luisteren, berichten herhalen en letten op de juiste identificatie en de juiste toepassing van de regels voor de Veiligheidscommunicatie.
Dinsdag 23 augustus had ik mijn eerste officiële BLM-dienst. Deze dienst begon al om 5.40 uur, dus het wekkertje ging al om 4.00 uur af… (Gaap…). De dienst begon met 2 slagjes Leiden met een DDZ als Intercity. Mooi moment om weer eens goed te oefenen met het kopmaken met dit materieel, want dat gaat allemaal net even wat anders dan met het andere materieel. Dat ging in Leiden meteen al fout, ik was bij het verlaten van de cabine vergeten de remkraan ‘achter de pal’ te zetten, een handeling die nodig is om vanuit de andere cabine de rem weer te kunnen activeren. En dan is het bijna vertrektijd en moet je 6 bakken teruglopen om de remkraan goed te zetten. Gelukkig was mijn mentor zo vriendelijk om deze taak op zich te nemen, maar dat kostte me wel een gevulde koek, haha!
Na Leiden hadden we een slagje Tiel met een SLT als Sprinter en als laatste een slagje Woerden. De dienst vloog voorbij, hoewel ik zelf vond dat ik deze dag niet zo scherp was. Ik had de nacht ervoor slecht geslapen, dat zal wel de oorzaak zijn geweest. Vanavond vroeg mijn bedje in!
De volgende dag had ik met dezelfde mentor als de dag ervoor weer een vroege dienst van 5.44 tot 13.22 uur. Eerst een ontspannen ritje Den Haag met een VIRM als Intercity. Dat betekende dus onderweg alleen even stoppen in Gouda. Na terugkomst uit Den Haag moest ik de trein direct bij aankomst combineren met een andere gereedstaande VIRM. Dat ging allemaal volgens het boekje. Na de schaft in Utrecht vertrokken we met een SLT als Sprinter richting Breda via ‘s-Hertogenbosch. Vanuit Breda reden we weer terug naar ‘s-Hertogenbosch, van waaruit we moesten passagieren naar Utrecht met een Intercity omdat we anders de aansluiting niet zouden halen voor onze laatste rit, een slagje Utrecht Maliebaan, ofwel het spoorwegmuseum. Hiervoor werd – tot onze verbazing – een DDZ ingezet, maar dat was voor mij weer een mooie testcase om het op- en afbouwen goed onder de knie te krijgen. Opbouwen in Utrecht, kopmaken op de vrije baan bij Blauwkapel, kopmaken op de Maliebaan, weer kopmaken bij Blauwkapel en afbouwen bij aankomst in Utrecht. Op het laatst gingen alle handelingen feilloos en bijna automatisch en met een trots gevoel zat mijn dienst er alweer op. Het ging deze dag voor mijn gevoel stukken beter dan de vorige dag en mijn mentor kon dat beamen.
Donderdag 25 augustus had ik een (bloedhete) RET-dienst op CTW (Opstelterrein Cartesiusweg). Het is dan de bedoeling de je hier bij aanvang dienst rechtstreeks heen gaat en de hele dag op het opstelterrein verblijft, waar je aan het eind van de dienst ook weer wordt afgelost. In eerste instantie leek er weinig te doen, maar we hebben toch nog een paar klusjes gedaan, zoals (handmatig) diverse wissels omgooien, een paar treinstellen omgereden van het ene spoor naar het andere spoor en een treinstel gecombineerd en gereedgemaakt. Ook een paar keer de porto gebruikt om te communiceren met de werkvoorbereider en de lokale treindienstleider. Toch weer even een goede oefening voor het examen volgende week.
Zoals gezegd was het deze dag bloedheet (32 graden) en omdat je in de volle zon loopt was het haast niet te harden. Gelukkig was het in de treinstellen wel lekker koel en konden we tussendoor buiten in de schaduw zitten. In de kantine was het – zonder airco en onder een plat dak – ook niet te harden van de hitte. De rest van de dienst verliep verder erg rustig.
De laatste dienst van deze week was ook een RET-dienst, maar dan ‘onder de kap’, dus gewoon vanuit het stationsgebouw. Dit was een dienst van 14.30 tot 21.30 uur onder begeleiding van dezelfde mentor als de vorige dag. Er stonden een paar rangeerklusjes op het programma. Allereerst gingen we een VIRM splitsen die met 10 bakken gecombineerd uit Amersfoort was gekomen en daarna als zesje naar Rotterdam zou gaan en als viertje naar Den Haag. Daarna kwam er een spoedklusje binnen, er moest een defect treinstel, een gecombineerde SGM, worden afgevoerd naar CTW. Het was een tweetje met een defecte ATB en een drietje waarvan alleen de pneumatische rem nog maar werkte. Nadat we het treinstel hadden weggezet op CTW en overgedragen aan de monteur konden we meteen weer met een ander stel (SLT) terug naar de kap. Deze moest worden ingezet voor een nieuwe dienst. Omdat je vanaf CTW niet rechtstreeks op spoor 14 kunt komen moest ik de trein eerst door het station heenrijden, daarna kopmaken op een gloednieuw ‘tailtrack’ (kopspoor) en vervolgens terugrijden naar de kap, waarna de trein werd overgenomen door de dienstdoende machinist. Ook moesten we nog een SLT splitsen die met 10 bakken binnenkwam uit Almere Oostvaarders, waarna een zesje zou worden afgevoerd naar het opstelterrein en een viertje zou gaan vertrekken naar Weesp, om van daaruit buitenom via Schiphol naar Den Haag te rijden.
De veiligheidscommunicatie, het rijden zelf en de theorie zitten er allemaal goed in, maar ik merk wel dat ik echt nog te weinig rangeerdiensten heb gedraaid. Ik heb ze nog even geteld en tot vorige week had ik nog maar 6 RET-diensten gedraaid in een periode van bijna 6 maanden. Afgelopen zondag was de zevende en de afgelopen twee dagen de achtste en de negende. En tijdens de diensten die ik wel heb gedraaid was er over er algemeen erg weinig te doen, mede als gevolg van alle werkzaamheden rondom Utrecht Centraal tijdens de afgelopen maanden waardoor bijvoorbeeld opstelterrein OZ al een paar maanden buiten dienst is. Over een paar weken wordt OZ weer geopend en kunnen er ook weer meer rangeerbewegingen plaatsvinden. Er zijn nu 2 van de 10 rangeerdiensten afgetekend in mijn praktijkboek, maar de resterende 8 zijn voor mijn gevoel lang niet genoeg om een zelfstandige RET-dienst te kunnen draaien. Even in de gaten houden dus en ik ga binnenkort zeker aangeven dat ik meer RET-diensten wil draaien om hier een betere routine in te krijgen. Maar dat gaat vast helemaal goed komen hoor, daar ben ik helemaal niet bang voor.
Na een hele lange (en warme) werkweek (7 dagen achtereen!) ben ik nu echt toe aan een lekker vrij weekend. Maandagmorgen vroeg examen Veiligheidscommunicatie doen in Den Haag, dinsdag een roostervrije dag, woensdag de laatste gezamenlijke (informele) schooldag (Kleine brandblusmiddelen en Tunnelevacuatie) en daarna 2 late rijdende diensten op donderdag en vrijdag, waarna ik het weekend weer vrij ben. Een iets relaxtere week dus, hoewel het maandag wel weer even spannend gaat worden. Volgende keer kom ik daar zeker op terug, tot dan!
Meester Karel's Spoorzichten 