Spannende dienst

Gisteren had ik voor het eerst sinds anderhalve week weer een rijdende dienst. Ruim op tijd aanwezig met eigen vervoer omdat de trein naar Woerden na de late dienst niet meer zou rijden. De dag ervoor had ik alvast via WhatsApp afgesproken met mijn mentor van die dag zodat we elkaar niet mis zouden lopen. Al wachtend in de kantine zat ik steeds te klooien met mijn Railpocket, die maar geen verbinding kreeg zodat ik mijn dienstkaartje niet kon uitdraaien. Ondertussen was ik aan het opletten of mijn mentor – van wie ik niet wist hoe hij eruit zag – naar mij toe zou komen. Ik had bij het WhatsApp-berichtje een foto van mezelf meegestuurd zodat hij mij in ieder geval wel zou kunnen herkennen. Dat gebeurde echter maar niet en mede door het geklungel met mijn Railpocket ontdekte ik opeens dat de eerste trein al over een minuut of 7 zou gaan vertrekken. Toen maar snel even gebeld waarna bleek dat hij al in de trein zat! Dus ik als een speer naar spoor 12 met mijn manke poot, waar ik nog net achterin de trein kon springen. Gelukkig was het een enkele SLT 4-bak, zodat ik helemaal binnendoor naar voren kon lopen en mij daar toegang tot de cabine kon verschaffen doordat ik zelf in het bezit ben van een sleutel die op al het materieel past. Al puffend en hijgend en verkrampt van de pijn in mijn scheenbeen plofte ik neer op het bijrijdersstoeltje. “Te laat!”, grapte de mentor, waarop ik zei: “Nee hoor, ik heb de trein toch gehaald?”, waarna we ons aan elkaar voorstelden. Achteraf had ik hem wel in de kantine zien zitten, maar omdat ik niet wist wie hij was en hij op een gegeven moment zonder om zich heen te kijken de ruimte verliet had ik niet in de gaten dat hij vandaag mijn mentor zou zijn. Volgende keer dus wat eerder bellen als ik mijn mentor niet kan vinden, dat scheelt weer een hoop geren en gestress.

Het eerste ritje was een slagje als stoptrein naar Veenendaal Centrum. Inmiddels was de trein al vertrokken, dus reed mijn mentor op de heenweg zelf en dat vond ik niet zo erg, dan kon ik mooi even op adem komen en over zijn schouder meekijken naar de bediening van de trein en naar de seinen langs het spoor. Deze rit had ik al eerder gedaan en daardoor wist ik al redelijk goed waar de stations en de seinen zich bevonden. Vanuit Veenendaal heb ik teruggereden, we gingen na Utrecht alleen nog even door naar Breukelen, waar we nog even de tijd hadden om om te bouwen (van rijrichting veranderen) en wat remproeven en de dodemantest te doen. Van dit type materieel begon ik het al aardig door te krijgen. Vervolgens weer teruggereden naar Utrecht Centraal, waar een collega de trein weer overnam richting Veenendaal. Na een korte sanitaire cafeïnestop gingen we richting een gereedstaande ICM die we als Intercity naar Rotterdam Centraal mochten brengen. Omdat ik hier nog niet zo vaak op had gereden reed mijn mentor weer op de heenweg. We zouden met deze trein alleen een tussenstop maken in Gouda en in Rotterdam Alexander.

We reden net weg van station Gouda toen we een noodoproep binnenkregen met de melding ‘persoon langs of op het spoor’. Vervolgens kregen alle treinen in de nabijheid van Gouda de opdracht ‘op zicht rijden’ en kregen we allerlei meldingen binnen via de GSM-R en de portofoon. Het bleek dat een persoon ‘onder invloed’ waarschijnlijk over het hek was geklommen aan de noordwestzijde van het station. Even verderop zagen we een man aan de spoorzijde van het hek in het gras liggen, terwijl aan de andere kant van het hek wat mensen met hem in gesprek waren. Omdat op dat moment de afstand tot het spoor ruim voldoende was en er geen direct aanrijdingsgevaar meer leek te zijn, mochten de treinen weer voorzichtig gaan rijden. Zo kan één malloot dus het complete treinverkeer ontregelen en met een vertraging van ongeveer 6 minuten  en na een korte stop op Rotterdam Alexander kwamen we aan op Rotterdam Centraal. Daar hebben we onze cabine “afgebouwd”, waarna we buitenlangs 8 bakken terugliepen om daar de andere cabine weer gereed te maken voor de terugreis. Vanaf toen was de machinistenzetel de hele verdere dienst voor mij en we vertrokken – keurig op tijd – van Rotterdam Centraal richting Utrecht Centraal. Het rijden ging prima, bij Rotterdam Alexander nog even de stationsnaam omgeroepen en kort gestopt en bij Gouda een iets langere stop omdat dit een overstapstation is. Die worden trouwens omgeroepen door de hoofdconducteur, terwijl de tussenstations worden omgeroepen door de machinist. In dit geval was dat dus alleen bij Rotterdam Alexander. Na Gouda met 140 km/h langs Papekop en Woerden en even later rolden we station Utrecht Centraal weer binnen, waarna de trein door onze aflosser verder zou worden gereden naar Groningen.

In Utrecht hadden we een klein uurtje pauze, even tijd voor een boterhammetje, een bakkie koffie en een paar Ibuprofennetjes omdat ik weer last begon te krijgen van mijn been. Als laatste hadden we nog één slagje Den Haag op het programma staan, maar dit bleek geen slagje maar een grote slag. Dat betekent dat we niet rechtstreeks naar Den Haag reden via Gouda, de gebruikelijke route, maar als stoptrein ‘buitenom’ via Utrecht Overvecht, Hollandsche Rading, Hilversum Sportpark, Hilversum, Hilversum Mediapark, Bussum Zuid, Naarden-Bussum, Weesp, Diemen Zuid, Duivendrecht, Amsterdam RAI, Amsterdam Zuid, Schiphol Airport, Hoofddorp, Nieuw Vennep, Sassenheim, Leiden Centraal, De Vink, Voorschoten, Den Haag Mariahoeve en Den Haag Laan van NOI. In totaal dus 23 stations, waarvan 21 tussenstations! Ik reed weer op een – mij inmiddels vertrouwde – SLT en het was een lange zit, maar ook een hele goede oefening voor het op de juiste plaats stoppen langs het perron, de kennis van de stations en de seinen onderweg en het hanteren van de juiste snelheden.

Op Den Haag Centraal hadden we een klein half uurtje voor de – inmiddels hoognodige – plaspauze en een bakkie koffie. Terwijl we daar in de – overigens schitterende nieuwe – kantine zaten kwam er een noodoproep over alle aanwezige porto’s binnen betreffende een verwarde, dan wel onder invloed zijnde man met een rode jas die op perron 8 allerlei dreigementen schreeuwde en om zich heen riep dat hij in het bezit was van een wapen. De bij ons in de kantine aanwezige medewerkers Service & Veiligheid vlogen er meteen op af. Omdat onze trein langs de andere kant van dat perron stond – perron 9 – moesten wij toch die kant op en daar zagen we inderdaad een schreeuwende man lopen in een rode jas met een plastic tasje in zijn hand, gevolgd door een mannetje of 7 Service & Veiligheid en politie. Waarschijnlijk heeft de man een onverwachte beweging gemaakt, want opeens hoorden we iemand schreeuwen: “Op de grond liggen, nú!”. Toen we omkeken bleek de man overmeesterd te zijn, werden zijn armen op zijn rug gehouden terwijl 4 man bovenop hem zaten en werd zijn tas gecontroleerd. Hierin werd – zoals verwacht – geen wapen aangetroffen. De man werd afgevoerd, maar omdat er geen wapen was aangetroffen moest eerst het hele perron nog worden afgezocht naar een mogelijk wapen. Het zou natuurlijk zomaar kunnen dat hij eerst wel een wapen had, maar deze ergens in een prullenbak of op het spoor had gegooid. Na een minuut of 10 werden alle treinen – die nog niet mochten vertrekken vanwege de calamiteit – weer vrijgegeven en konden we – met een minuut of 11 vertraging – de terugreis in omgekeerde volgorde gaan aanvaarden. Ook nu ging alles goed en op de een of andere manier leek deze rit sneller te verlopen dan de heenweg. Onderweg nog wat tijd geprobeerd in te halen en uiteindelijk kwamen we maar een minuut of 5 te laat aan in Utrecht Centraal. Het was me het dagje wel! Zo kun je heel wat meemaken op één dag als NS’er!

Met een inmiddels weer pijnlijk been ben ik snel naar mijn auto gegaan voor het laatste half uurtje naar huis. Heerlijk rustig op de weg, dus tussen De Meern en de afslag Waarder mijn cruisecontrol lekker vastgezet op de – daar tegenwoordig toegestane – snelheid van 130 km/h en thuis aangekomen rolde ik – na een klein afzakkertje – moe maar voldaan mijn bedje in. Gelukkig morgen een roostervrije dag, vrijdag naar school en zaterdag en zondag weer vrij. Kan ik mooi weer een paar dagen rust houden met mijn been en tegelijkertijd in de boeken om te studeren. Morgen krijg ik het nieuwe rooster voor volgende week, ik weet dat er sowieso twee schooldagen in zitten en ik hoop dat ze nog geen rangeerdiensten voor me hebben ingepland, want dat zie ik met die poot van mij nog niet echt zitten. Afwachten maar.

collage_materieel_2
Een overzicht van de meest voorkomende treinen bij NS. Tot dusver heb ik zelf gereden met de SGM, ICM, DDZ, VIRM en de SLT. Mat’64 wordt binnenkort definitief afgevoerd. De DM’90 heeft ook zijn langste tijd gehad vanwege de verdere elektrificering van het NS spoorwegnet en het (o.a. om milieutechnische redenen) afstoten van dieselstellen en de Traxx rijdt voornamelijk op de hogesnelheidstrajecten

Plaats een reactie