Regen en glad spoor

Op maandag 20 juni had ik een vroege dienst van 6.12 tot 15.12 uur. Blijft toch wel wennen hoor, zo vroeg die wekker… Als eerste rit stond een slagje Tiel op het programma, met de Sprinter SLT. Op de heenweg heeft mijn mentor gereden omdat ik een ‘wegleeropdracht’ had van school. Dus stond ik ernaast om te observeren en notities te maken. Vooraf moet je d.m.v. de ‘wegkennisbank’ op de intranetsite van NS (iNSite) een baanvak bestuderen, zodat je weet wat je onderweg kunt verwachten qua seinen, wissels, stations, plaatselijke snelheden en andere bijzonderheden. Dit traject had ik ook al een paar keer eerder bereden, dus kon ik al bijna feilloos alle plaatselijke situaties benoemen. Vanuit Tiel heb ik de trein zelf teruggereden naar Utrecht, waarna we met hetzelfde treinstel meteen doorgingen als Sprinter naar Den Haag.

2016-06-08 11.50.03
Onderweg naar Den Haag bij Papekop
2016-06-08 12.24.19
Papekop op de terugweg richting Utrecht

Na een korte koffie- en plaspauze in Den Haag gingen we weer met hetzelfde stel terug naar Utrecht, waar we schaft hadden. Na de schaft had ik nog een slagje Rotterdam als Intercity met een ICM en als laatste nog een slagje Arnhem als Intercity met een VIRM. Het ging allemaal prima vandaag, alleen regende het de hele dag door, waardoor de sporen (vooral tussen Utrecht en Arnhem) spekglad waren. Dit kun je heel goed merken doordat de wielen steeds gaan slippen tijdens het versnellen en de remweg was ook beduidend langer, waardoor je je remming eerder moet inzetten dan normaal, anders kom je voorbij het perron – of erger – voorbij een rood sein tot stilstand en dat is natuurlijk niet helemaal de bedoeling. Het vergt dus wel enig inzicht in het rijgedrag van het materieel waarmee je rijdt.

Dinsdag was weer een schooldag. Ook deze keer werd de groep in tweeën opgesplitst, waarbij de ene helft les kreeg in het Simulatorcentrum en de andere helft in het Leercentrum. Deze keer was het onderwerp “gedoofde en onjuiste seinen”, waarbij het in de simulator de bedoeling was om op de juiste manier te reageren wanneer je een gedoofd of onjuist sein tegenkomt onderweg. Om een voorbeeld te geven: seinen staan altijd in de volgorde groen – geel – rood. Dat betekent dus dat, wanneer je na een groen sein een gedoofd sein tegenkomt, deze nooit rood had kunnen tonen, waardoor je dit sein dus gewoon (op zicht) mag voorbijrijden. En zo zijn er allerlei regeltjes voor wat je moet doen in afwijkende situaties als het gaan om seinen. Goed beschouwd draait eigenlijk álles in de opleiding over afwijkende situaties. Er zijn duidelijke regels en voorschriften hoe je in normale situaties dient te handelen, maar ook bij afwijkende situaties is alles in regels en voorschriften vastgelegd. Als puntje bij paaltje komt is het dus wel zaak dat je snel de juiste beslissing kunt nemen.

20160621_093618
Vele tientallen nieuwe auto’s op een goederentrein en een deel van een oud Mat’64 treinstel voor trainingsdoeleinden op station Amersfoort.

Op donderdag hadden we ook weer een schooldag, deze keer gingen we nog dieper op de materie in. Het is leuk om te merken dat iedereen inmiddels wat praktijkervaring begint te krijgen, en dan kun je dus flinke discussies krijgen over het verschil tussen de theorie en de uitvoering hiervan in de praktijk. Over een week of acht moeten we allemaal theorie-examen afleggen in Den Haag, en volgens mij is de hele groep daar nu wel klaar voor!

Vrijdag was de laatste dienst van deze week, een rijdende dienst van 7:43 tot 16:51 uur. De dag ervoor nog even – zoals ik altijd doe – een WhatsAppje gestuurd naar mijn mentor, maar die bleek haar dienst geruild te hebben met iemand anders. Toch maar even contact opgenomen met de dienstindeler en met de vervangende mentor en toen mocht ik zelf kiezen of ik met de vervanger mee zou draaien met de geplande dienst of met de geplande mentor tijdens een vroege dienst van 4:12 tot 11:03 uur. Omdat ik het oorspronkelijke tijdstip en de in deze dienst vermelde ritten een stuk aantrekkelijker vond besloot ik maar gewoon de oorspronkelijk geplande dienst te draaien. De betreffende vervanger had ik al een keer eerder gehad helemaal aan het begin van de opleiding, dus die hoefde ik ’s morgens in ieder geval niet te gaan zoeken.

Het was een rustige dienst, beginnend met een ICM als Intercity naar Schiphol en vervolgens door naar Hoofddorp om kop te maken. Omdat een ander machinist de trein vanaf daar zou overnemen konden wij weer mee terugpassagieren naar Utrecht. Na een korte koffiepauze op ons eigen honk gingen we vervolgens als Sprinter (SLT) richting Almere Oostvaarders. Het was tot kort daarvoor nog onzeker of we wel die kant op konden, omdat er de hele morgen al een seinstoring was tussen Naarden-Bussum en Almere. Maar vlak voordat wij vertrokken uit Utrecht was deze storing verholpen en konden we dus gewoon helemaal door naar Almere Oostvaarders. Onderweg kregen we een ATB-storingsmelding binnen die aangaf dat de ATB in het achterste treinstel defect was. Dat was nu nog niet van belang, maar een half uurtje later zouden we vanuit de cabine van dat treinstel terugrijden naar Utrecht. Vooraf dus eerst maar even naar MBN (de technische dienst van NedTrain) gebeld wat we het beste konden doen.

Aangekomen op het keerspoor bij Almere Oostvaarders liepen we langs de trein terug naar de andere cabine. Halverwege moesten we eerst in de achterste cabine van het nu voorste treinstel (kun je het nog volgen?) de ATB even uit en daarna weer aanschakelen en vervolgens de Stotz (zekering) even uit- en weer aanzetten. Daarna hebben we de trein in de voorste cabine opgebouwd, maar de ATB stond nog steeds buiten bedrijf. Daarna hebben we dezelfde handelingen als in de vorige cabine ook hier nog een keer herhaald, en zowaar sprong na een aantal minuten de ATB weer in bedrijf. Gelukkig hadden we op het keerspoor 25 minuten de tijd, zodat we gewoon netjes op tijd vanuit Almere Oostvaarders konden vertrekken. De verdere terugrit hebben we geen problemen meer met de ATB gehad.

Na de schaft in Utrecht gingen we met een SLT als Sprinter naar Den Haag. Vanuit Den Haag meteen weer terug, waarbij ik bijna station Voorburg voorbijreed omdat ik druk in gesprek was verwikkeld met mijn mentor. Zo zie je maar hoe snel je afgeleid kunt zijn en waarom er onder normale omstandigheden in principe niemand in de cabine mag komen. Bovendien had ik dit traject alleen nog maar als Intercity gereden en dan sjees je dit soort stations met 130 km/h voorbij. En dan stond er ook nog eens geen verkenbord (aankondigingsbord voor het inzetten van een remming voor het eerstvolgende station), dus dan schrik je wel als je met iets van 100 km/h opeens een perron dichtbij ziet komen. Dus volop in de ankers met een volremming en zo kwamen we – heel sportief – alsnog tot stilstand bij het juiste bordje, en nog nagenoeg schikvrij ook! Gelukkig remt de SLT heel goed en was het niet zo glad als afgelopen maandag, anders vraag ik me af of we het wel hadden kunnen redden. De terugrit ging niet verder dan Gouda Goverwelle, waar we kop maakten en vervolgens weer terugreden naar Den Haag. De laatste rit moesten we passagierend terug naar Utrecht, daarom ben ik in Gouda maar overgestapt op een stoptrein, zodat ik onderweg in Woerden kon uitstappen. Anders had ik eerst met de trein door moeten rijden naar Utrecht en vervolgens weer met de trein terug moeten rijden naar Woerden. Dat scheelde dus zeker 3 kwartier. Lekker op tijd thuis dus om te genieten van mijn vrije weekend, waarin ik ook nog mijn 48e verjaardag mocht vieren!

Plaats een reactie